In de derde ronde van de SOS-competitie was De Toren
dus onze tegenstander. Wedstrijden tegen deze schakers uit Arnhem-Zuid zijn
altijd wel boeiend: we zijn aan elkaar gewaagd, de uitslag is nooit
voorspelbaar. Om de winstkansen te vergroten, hadden ze bij De Toren ditmaal een
tactische opstelling bedacht. Zelf heb ik een hekel aan het toepassen van deze
slimmigheid. Het opofferen van een teamgenoot voor een hoger doel ( het winnen
van een wedstrijd in de derde klasse van de onderbond) staat mij niet aan en
ook van het nut van deze tactiek ben ik niet overtuigd. De gang van zaken bij
deze wedstrijd heeft daar geen
verandering in aangebracht, al leek hun opstelling aanvankelijk te werken,
want:
Aan bord 1 speelde namens De Toren (1901) tegen onze (2077), zijnde Frank. En laat die (1901) nou winnen!! Maar aan bord 2 hadden ze met (1624) hun Kop van Jut gezet en die maakte tegen een ontketende Jaap (1789) geen schijn van kans. Robbie (1834) trof aan bord 3 hun sterkste speler (2101), maar toen die een onnauwkeurigheid beging, strafte Robbie dat genadeloos af. Fred (1775) won tegen (1859) een kwaliteit ten koste van een nogal gedrongen stelling waaruit hij zich echter voorzichtig en zeer nauwkeurig spelend wist te bevrijden. Chiel (1687) trof (1827) en had daar niet veel in te brengen. Ik (1674) won al snel een pion, maar dat bleek niet voldoende om (1602) tot overgave te dwingen.
En zo hadden we eindelijk
weer eens een wedstrijd gewonnen. De laatste plaats in onze poule blijken we
hiermee aan ASV4 te hebben overgedaan.