Voor stand en uitslagen:
DSG Nieuws
Nieuws over het Doesborghsche Schaakgenootschap anno 1873
Skyline
Fischer Random Schaak 2025
Wie die Random is die dat Fischer Schaak heeft bedacht weet ik niet, maar zijn overwegingen die tot deze schaakvariant hebben geleid zijn op zich wel sympathiek. Als je als niet zo geroutineerde schaker zonder of met maar een beperkt openingsrepertoire een polyglot als tegenstander treft die pakweg de eerste tien zetten van het Spaans, Italiaans, Frans, Engels, Schots en Russisch uit zijn mouw schudt, ben je behoorlijk in het nadeel. Dat geldt sowieso al voor de tijd die in de opening gaat zitten.
Jaap kampioen periode 2.
Nadat Fred de eerste periode had gewonnen, waren de vragen: zou hij dat kunststukje nog een keer kunnen herhalen of zou hij iemand anders voor moeten laten gaan… en zo ja wie?
Op deze vragen kwam al snel een antwoord. Fred bleek niet de vorm te hebben die hij de afgelopen maanden had en al snel hadden Patrick en Jaap een voorsprong op het peloton genomen, waarbij Jaap een lichte voorsprong had omdat hij al zijn partijen maar bleef winnen en Patrick onderweg remise had gespeeld tegen Robbie.
In ronde 10 troffen beide koplopers elkaar. Zou Patrick winnen, dan was het nog niet zeker wie winnaar van deze periode zou worden, maar de partij eindigde in remise en zo was, alsof ie in zijn eentje ons eigen Ajax is, de periodekampioen ruimschoots voor het einde van de competitie bekend: JAAP!!
Daarna won hij ook nog zijn laatste 2 partijen, terwijl Patrick er nog eentje van mij verloor.
Dat Jaap de terechte kampioen is, blijkt uit de cijfers:
1. Jaap. 9 wedstrijden gespeeld, 1 remise, 0 verloren, 162,0 pt
2. Patrick. 9 wedstrijden gespeeld, 2 remises, 1 verloren, 139,2 pt
Gefeliciteerd Jaap.
SOS-competitie
DSG(1841) – De Kameleon(1696): 4 – 2
In de gezamenlijke slotronde van de SOS-competitie was er vooral onderin nog van alles mogelijk: vier teams, waaronder het onze, konden in theorie nog degraderen. Het kwam dan ook goed uit dat we voor het eerst in dit seizoen in de gewenste opstelling ten tonele konden verschijnen. Uitgebreid rekenwerk had ons geleerd dat een gelijkspel voldoende zou zijn om ons te handhaven en in deze opstelling – en dan ook nog tegen De Kameleon – moest dat geen probleem zijn en dat leek het ook niet te worden.
Frank(2059) tegen (1866) en Patrick(1837) tegen (1760) rolden hun tegenstander vrij snel op, maar Ik(1676) bracht de spanning terug, want ik zag tegen (1632) een simpel pionzetje over het hoofd dat mij mijn stelling en een Dame kostte.
Op dat moment stond Robbie(1864) verloren tegen (1668), had Jaap(1821) tegen (1688) iets wilds maar ook zeer onoverzichtelijks en gecompliceerds op het bord weten te krijgen en had Fred(1789) een iets betere stelling tegen (1561). Het kon dus nog alle kanten opgaan, maar het lot was ons gunstig gezind. De tegenstander van Robbie deed de enige zet die hij niet had moeten doen en moest genoegen nemen met remise.
Jaap bood remise aan en zijn tegenstander accepteerde dat hoewel hij dat beter niet had kunnen doen, want analyse achteraf wees uit dat hij de enige met winstkansen was.
Toen was alleen Fred nog bezig, niet alleen van ons team, maar van iedereen. Tergend langzaam bouwde hij een aanval op die linksom of rechtsom in een fraai mat moest eindigen en even na 23.30 was het zover.
4 – 2 winst, missie geslaagd, komend seizoen weer present in de tweede klasse.
Patrick rapidkampioen seizoen 20224/2025
Patrick kampioen Rapid 2025, Gefeliciteerd, Patrick.
DSG (1803) – Theothorne (1766): 5½ - ½
Na al die treurige
resultaten van de laatste tijd was er eindelijk weer eens reden tot vreugde:
Theothorne, altijd een
lastige tegenstander, werd in de pan gehakt. En dat ging als volgt.
Frank (2074): Mijn tegenstander, Pieter Koppelaar (1850), zette mij met een witte Koningsaanval meteen flink onder druk en speelde het ook goed. Ik zag niet hoe ik onder de druk kon uitkomen, totdat hij op zet 15 de h-lijn dichtschoof met h6. Had hij dit niet gedaan, dan had ik continu met het openen van die lijn rekening moeten houden. Nu kon ik in het centrum gaan breken. Aangezien de witte Koning nog in het midden stond, sloeg dit vrijwel meteen door en kon ik, ondanks dat de Dames geruild werden, achter de witte Koning aanjagen totdat daarop een stukwinst, met gewonnen stelling, volgde.
Patrick (1834): Vanuit de opening had ik druk op stelling van mijn tegenstander (1909). Om daar onder uit te komen werd h6 en g5 gespeeld om mijn Loper te verjagen en na Ph5 te slaan. Omdat ik dit had doorzien, heb ik na de rokade Tf1 – e1 gespeeld, waardoor mijn Paard naar f1 kon om de Loper te dekken. Mijn tegenstander besloot toen toch niet te slaan, waardoor ikzelf kon breken met h2-h4. Daarop stond zijn Koning open en na een paar prachtige combinaties gaf mijn tegenstander op.
Robbie (1854): In de opening won ik een kwaliteit, kreeg een leuke stelling, maar mijn tegenstander ((1787) had een Loper die de stelling gesloten kon houden. Na veel lastig geschuif kreeg ik uiteindelijk een Toren achter zijn stukken die meteen beslissend werd waardoor hij daarna toch wel snel opgaf.
Jaap 1779): Tegen (1811) speelde ik vanaf de opening een interessante partij. Ik won omdat ik een beter positioneel inzicht had, of, in de woorden van Olie B. Bommel, een breder denkraam.
Albert (1609): Na een blundertje in de opening waarbij ik een pion verloor, maakte mijn tegenstander (1642) ook een foutje, wat de toestand weer gelijk trok. Ik had een Paard, maar 3 pionnen minder. Ik stond wel wat actiever. Henk dreigde schaak te geven en na herhaling van zetten was het remise.
Jan (1666): Vanuit de opening bouwde ik geleidelijk een duidelijk betere stelling op, maar nadat ik twee keer de kans op groot had laten liggen, slonk mijn voordeel duchtig. Gelukkig gaf mijn tegenstander (1598) mij de mogelijkheid om met een gedekte pion zowel een Toren als zijn Dame aan te vallen, zodat de uitslag toch nog zo werd als ze gezien het spelbeeld had moeten zijn.
Met deze riante
overwinning hebben we de onderste regionen verlaten en lijkt, gezien de
tegenstanders die ons nog wachten, de tweede plaats onze eindbestemming.
DSG(1735) – Zevenaar 2(1830) : 1½ - 4½
Dat de pot tegen Zevenaar 2 geen makkie zou worden, hadden we van tevoren al wel begrepen. Toen ook nog Frank en Patrick zich afmeldden, was het duidelijk dat alleen een truc en/of ongelooflijk veel mazzel ons konden redden. Wel nu: mazzel hadden we niet, de truc, die uit een zeer tactische opstelling bestond, werkte niet. Omdat ik tegen een blinde of slechtziende tegenstander speelde waarbij mijn aandacht toch al steeds per zet werd afgeleid, heb ik het verloop van de andere partijen niet kunnen volgen. Daarom beperk ik me tot het weergeven van de uitslagen in de volgorde bord 1 t/m 6; dan zie je meteen hoe tactisch onze opstelling was.
Albert(1610) was bereid zich op te offeren aan bord 1 en aldus geschiedde tegen (1854).
Ik(1672) werd in het eindspel weggespeeld door (1870).
Chiel(1679) raakte begin middenspel wat pionnen kwijt en verloor na lang tegengesputter van (1839).
Fred(1790) hield de eer hoog en won van (1800).
Robbie(1855) en (1818) hielden elkaar in evenwicht, remise dus.
Jaap(1802) bouwde tegen (1796) een veelbelovende stand op, maar wat later en ineens, rarara, stond hij verloren.
Zo werd dit een avond om snel te vergeten.
Fred periodekampioen
De 12de en laatste ronde moest dus de kampioen opleveren: Fred, Jaap, of Chiel misschien. Die laatste deed wat ie moest doen en won van Albert. Jaap moest helaas wegens problemen met de gezondheid afzeggen, maar zou bij verlies van Fred toch nog eerste worden. Die moest tegen Jan en aanvankelijk zag het er niet zo best voor hem uit. Maar geleidelijk aan wist hij toch het beste van het spel te krijgen en daarna maakte hij het bekwaam af. En zo werd hij met 7 overwinningen en een nederlaag tegen Jaap en Chiel vrij afgetekend, met 145,7 pt. periodekampioen.
Gefeliciteerd Fred!!
Jaap verloor van Dylan, Herman en Erik en eindigde met 127,7 als tweede. Een fraaie prestatie leverde ook Chiel die alleen van Jaap en Herman verloor en met 124,0 pt op de derde plaats eindigde.
Voor de eindstand van de eerste cyclus klik je hier.
CLUBAGENDA
Het meeste van wat voor dit jaar is voorspeld, zal niet uitkomen. Het zal weer anders lopen dan verwacht, er komen kinken in de kabel, er wordt roet in het eten gegooid.
Maar te midden van al die onrust, verwarring en onzekerheid staat ons programma tot aan de zomervakantie als een paal boven water, als een rots in de branding. Kijk maar. Klik maar. Hier.
Robbie kampioen snelschaken
De Toren(1821) – DSG(1806): 2½ - 3½
In de derde ronde van de SOS-competitie was De Toren
dus onze tegenstander. Wedstrijden tegen deze schakers uit Arnhem-Zuid zijn
altijd wel boeiend: we zijn aan elkaar gewaagd, de uitslag is nooit
voorspelbaar. Om de winstkansen te vergroten, hadden ze bij De Toren ditmaal een
tactische opstelling bedacht. Zelf heb ik een hekel aan het toepassen van deze
slimmigheid. Het opofferen van een teamgenoot voor een hoger doel ( het winnen
van een wedstrijd in de derde klasse van de onderbond) staat mij niet aan en
ook van het nut van deze tactiek ben ik niet overtuigd. De gang van zaken bij
deze wedstrijd heeft daar geen
verandering in aangebracht, al leek hun opstelling aanvankelijk te werken,
want:
Aan bord 1 speelde namens De Toren (1901) tegen onze (2077), zijnde Frank. En laat die (1901) nou winnen!! Maar aan bord 2 hadden ze met (1624) hun Kop van Jut gezet en die maakte tegen een ontketende Jaap (1789) geen schijn van kans. Robbie (1834) trof aan bord 3 hun sterkste speler (2101), maar toen die een onnauwkeurigheid beging, strafte Robbie dat genadeloos af. Fred (1775) won tegen (1859) een kwaliteit ten koste van een nogal gedrongen stelling waaruit hij zich echter voorzichtig en zeer nauwkeurig spelend wist te bevrijden. Chiel (1687) trof (1827) en had daar niet veel in te brengen. Ik (1674) won al snel een pion, maar dat bleek niet voldoende om (1602) tot overgave te dwingen.
En zo hadden we eindelijk
weer eens een wedstrijd gewonnen. De laatste plaats in onze poule blijken we
hiermee aan ASV4 te hebben overgedaan.