We leven momenteel in barre tijden
en veel is er onzeker,
maar …
het programma t/m 31
december 2024
staat als een paal boven water
Nieuws over het Doesborghsche Schaakgenootschap anno 1873
en veel is er onzeker,
maar …
het programma t/m 31
december 2024
staat als een paal boven water
Bij De Toren werden we weer hartelijk ontvangen en gastvrij onthaald. Wat we door al dat denken aan energie verloren, werd gecompenseerd met de regelmatige aanbieding van eenvoudige, doch calorierijke versnaperingen.
Maar het ging natuurlijk om het schaken. Omdat ik voor het bedenken van redelijke zetten al mijn tijd nodig had, is wat er bij de andere partijen gebeurde mij volledig ontgaan. Wel zag ik dat Dylan al heel snel had gewonnen en dat leek mij een goed voorteken. Ik volsta dus met geven van de uitslagen.
1. Fred Beumer 1883 Patrick v Waardenburg 1834 ½ - ½
2. Thomas van Diggelen 1847 Fred Rienstra 1779 ½ - ½
3. Ferdi Berendsen 1819 Chiel Verhagen 1687 1 – 0
4. Marcel de Vries 1777 Jan Ravensteijn 1685 ½ - ½
5. Jan Cnossen 1650 Ben Lievers 1668 1 – 0
6. Jan Schoemaker 1623 Joop Crooy 1641 0 – 1
7. Chella Challapan 1520 Albert Lebbink 1614 1 – 0
8. Bart van den Velden 1610 Koen de Groote 0 0 – 1
9. Rolf Hendriks 1600 Gerard Verstraete 0 1 – 0
10. Hans van Leeuwen 1450 Dylan Soukomil 0 0 – 1
En zo leden we als tiental een nipte nederlaag. Ga je ervanuit dat we met twee vijftallen hebben gespeeld, dan heeft het bovenste vijftal met 3½ - 1½ verloren, maar het onderste met 3- 2 gewonnen. De, voor onze club, jeugdige talenten daar voorspel ik nog een mooie schaaktoekomst.
De winstpartijen Dylan en Joop zijn te bekijken en te bewonderen in de database 2024/2025. (Diversen - Partijanalyses en database DSG)
De opkomst afgelopen maandag bij de simultaan was dit keer verrassend hoog. Mochten we de afgelopen jaren al verheugd zijn als er tien leden aan mee deden, dit jaar waren we met zijn veertienen! Daaronder bevonden zich twee afgevaardigden van de zogenoemde ‘Herenclub’.
Patrick moest het dus opnemen tegen 14 tegenstanders en dat deed hij in een rustig tempo.
Al snel begon hij bij een aantal borden na te denken. Of dat een goeie tactiek was vraag ik me af, want zo kregen ook wij de gelegenheid weloverwogen onze zetten doen. Het duurde dan ook lang voordat de eerste partij beslist werd. Mede dankzij de winst van Max en Willem en niet te vergeten die van Gerard, zag het er lang naar uit dat voor het eerst sinds de heugenis van deze mens (de mijne dus) de simultaangever de verliezer zou worden. Maar tegen elven toonde Patrick zijn veerkracht en zijn spelinzicht en slaagde hij erin een nipte overwinning te boeken. Mooi gedaan, mijnheer.
Dit jaar maakten onze drie oude, vertrouwde afgevaardigden naar toernooien in de omgeving weer hun opwachting. Hoewel de verwachting was dat twee keer goud en één keer zilver tot de reële mogelijkheden behoorde, pakte het iets anders uit. (Nee, het werd niet drie keer goud, noch 1 x goud en 2x zilver).
Als je tegenstander er zo bij zit als die van Albert, kun je meestal wel achteroverleunen. Die pot won Albert dan ook. Ook in zijn tweede partij wist hij de winst binnen te halen. In de laatste ronde trof hij een tegenstaander die ook 2 uit 2 had behaald. Op basis van weerstandspunten en zo had Albert genoeg aan remise, maar helaas, tegenstander speelde de stelling van Albert uit elkaar en daarna was het al gauw mat. Geen goud, wel zilver voor Albert.
Fred moet duidelijk weer aan toernooischaak wennen. Hij denkt lang na om vrij behoudende zetten te doen en geeft zo zijn tegenstanders net wat teveel speelruimte en zichzelf net wat te weinig. Zijn eerste partij verloor hij dan ook. In de tweede had ie mazzel: tegenstander kwam niet opdagen. In de derde had ie pech: tegenstander schaakte beter.
Zelf bakte ik er deze keer niks van. In mijn eerste partij gaf ik in remisestand een Toren weg, in mijn tweede was het potremise en dat wou ik dan ook aanbieden, maar ja, dan moet je een eerst een zet doen en die bleek tot mat in twee te leiden. Omdat ik nog wel eens wilde winnen, trok ik in mijn laatste partij te snel en te enthousiast ten aanval. Die ving mijn tegenstander koelbloedig op, waarna hij me trefzeker van het bord veegde.
Zo bleef de oogst bij één keer zilver.
Nr |
Naam |
Score |
Federatie |
M/V |
Rating |
TPR |
W-We |
SB |
1 |
2 |
3 |
1 |
3.0 |
NED |
M |
1784 |
2552 |
+1.37 |
3.0 |
||||
2 |
3.0 |
NED |
M |
1608 |
2382 |
+1.38 |
3.0 |
||||
3 |
2.5 |
NED |
M |
1442 |
1731 |
+1.07 |
3.75 |
||||
29 |
2.0 |
NED |
M |
1604 |
1708 |
+0.42 |
1.0 |
||||
54 |
1.0 |
NED |
M |
1803 |
1024 |
-0.94 |
0.5 |
||||
65 |
0.0 |
NED |
M |
1675 |
875 |
-1.00 |
0.0 |
Ik was te lui om het na te kijken, maar het lijkt mij onwaarschijnlijk dat er in de 27 jaar dat ik nu lid ben van deze club iemand is geweest die overtuigender clubkampioen is geworden dan Patrick dit seizoen. Van de 18 partijen die hij hiervoor nodig had, speelde hij twee keer remise, tegen Jaap en tegen Paul, en verloor er geen één. Ik herhaal: speelde hij twee keer remise en verloor er geen eén.
Ook de cijfers spreken boekdelen. De punten behaald in beide cycli heb ik bij elkaar opgeteld en dat levert voor de top-3 de volgende resultaten op.
1. Patrick 317,4 punten
2. Jan 252,8
3. Jaap 189,4
De vraag is nu of er iemand nog peultjes lust.
Omdat Patrick het vorige seizoen ook al goed op dreef was, is hij (net) niet de grootste ratingstijger geworden, want dat werd Albert die hem nipt voor bleef: 32 tegen 31 punten.
Maar wat kan dat iemand schelen die de clubbeker wint, de kampioensbeker wint en in september simultaan tegen de rest van de club mag spelen.
Gefeliciteerd, Patrick. Je was onweerstaanbaar dit seizoen.
Om te voorkomen dat onze schaakvrienden uit Dieren met een smadelijke nederlaag naar huis zouden gaan, had ik, op een uitzondering na, tegen elk van hen een qua rating gelijkwaardige tegenstander gezet. Dat had ik dus beter niet kunnen doen. Zie hoe het ging.
Jaap(1797) maakte er tegen Gabor Lammers(1838) weer een dolle boel van en ging met drie pionnen tegen een stuk het eindspel in. Theoretisch leek dat wel gewonnen voor hem, maar de weg naar de winst was lang en uithoudingsvermogen en conditie van Jaap zijn niet meer wat ze geweest zijn, dus bood hij remise aan.
Robbie(1843) trof in Dick van Rumpt(1792) een tegenstander die in het Siciliaans net wat beter thuis was dan hij en dat wreekte zich.
Chiel(1673) kwam tegen Henk Bergsma(1681) wat materiaal achter en nog meer materiaal. Gewoontegetrouw bleef hij vol goede moed doorschaken, maar tevergeefs.
Ik(1671) kwam sterk uit de opening, maar ik zag niet dat ik de stelling bereikt had waarnaar ik had toegespeeld en deed in plaats van wat voor de hand lag een kulzet. Dat gaf Wilma Dufrenne(1616) de gelegenheid om onder de druk uit te komen, mijn stelling te verpesten, een pion te winnen en daarna ook nog een kwaliteit. Dat vond ik meer dan en erg genoeg.
Dat je op basis van ratings beter geen weddenschappen op uitslagen kunt afsluiten, bewees Albert(1599). Tegen Hein Brummel(1600) kwam hij wat beter uit de opening, bouwde vervolgens een stevige stelling op en hoe het verder ging is mij ontgaan omdat ik in mijn eigen partij verdiept was, maar het resultaat was vreugdevol: als enige van onze treurige afvaardiging wist hij de winst te pakken.
Dan sla ik Koert even over en ga naar bord zes waar Dylan, zonder rating het moest opnemen tegen Jaap Themmen die er ook geen heeft. Al gauw bleek dat de ene ratingloze de andere niet is en vrij kansloos moest Dylan de winst aan de ander overlaten.
De held en relevatie van de avond was voor mij Koert die ook geen rating heeft en die aan de doorgewinterde ouwe rot Piet Loerts(1591) was gekoppeld, de Joop Crooy van Theothorne. In een partij waarin Koert met Wit kort had gerokeerd en Piet lang, wist Koert de a-lijn te openen en met Torens en zijn Dame op en de a- en b-lijn ontwikkelde hij een aanval die op den duur dodelijk moest zijn. Om dit te bereiken had hij lang nagedacht en zo kreeg hij er nog een tegenstander bij: tijdnood. Met een paar minuten op de klok ontweek hij herhaling van zetten en bleef voor de winst gaan. Dit had hem met nog 34 seconden op de klok nog zuur kunnen opbreken, ware het niet dat Piet hem loyaal remise aanbood, wat Koert, zij het met tegenzin, accepteerde. Maar hij kan op een prachtig en veelbelovend potje terugzien.
En zo werden we in een vriendschappelijke wedstrijd met 5-2 afgedroogd.
Van je vrienden moet je het hebben.
Jan
Ook nu bleek de te kloppen man niet te kloppen te zijn. Soms vraag ik me af waarom we nog toernooien op de clubagenda zetten. Dan troost ik me maar met de gedachte dat ze een onderbreking vormen van de regelmaat van de interne competitie en dat het niet om het winnen gaat, maar om het spelen.
Na de vier ronden die op de eerste speelavond werden gespeeld, leek nog van alles mogelijk. Robbie en Patrick voerden met 8 uit 4 de lijst aan, op de voet gevolgd door Jaap, Paul en Jan met 6 uit 4. Ver daar achter kwamen de anderen die allemaal één partij hadden gewonnen.
In de vijfde ronde won Robbie van Patrick, Jaap van Paul en Jan van Koert. Robbie alleen aan de leiding, Patrick, Jan en Jaap op twee punten achterstand.
In ronde 7 versloeg Robbie Jaap en met nog één ronde te gaan bracht hij zijn voorsprong op 4 punten, want Jan had intussen van Patrick verloren die weer van Paul verloor. Het kampioenschap was daarmee binnen. Dat hij tegen mij in de laatste ronde toch voor de winst ging vond ik enerzijds niet echt nodig, maar anderzijds was dit natuurlijk tekenend voor zowel zijn inzet als voor de vorm waarin hij verkeert.
Als je met 16 uit 8 eerste wordt, ben je niet alleen een niet te kloppen man, maar ook een waardig kampioen. Gefeliciteerd, Robbie'