In de laatste ronde hadden we aan een gelijkspel tegen Zevenaar 4 genoeg om kampioen te worden. Dat werd een spannende wedstrijd.
Emile won vrij snel en erg overtuigend, maar Frank ,Fons en Albert verloren op nagenoeg dezelfde wijze.
En zo stonden we met 3 – 1 achter. Maar geen nood, 3 – 3 was voldoende en bij Jan en Ben zag het er niet slecht uit.
Jan wist middels een sluw tussenschaakje een pion te veroveren, kreeg daarna ruimte voor het ontwikkelen van zijn stukken en walste vervolgens over zijn tegenstander heen. 3 – 2.
Toen was alleen Ben nog bezig. Die leek in het eindspel wel wat beter te staan, maar hij had niet zoveel tijd. En ’t was zo’n gluiperig pionneneindspel waarbij je veel moet tellen en een tempo het verschil tussen winst en verlies kan betekenen. ’t Kan ook net zo goed remise worden en dat werd het. Zevenaar 4 – DSG2 derhalve 3½ - 2½ en Zevenaar 4 was kampioen en wij net niet. Jammer, maar niet heel erg erg. We draaiden aardig mee, verloren alleen met het kleinst mogelijke verschil van Theothorne en hebben ons een paar maanden kunnen verheugen in het vooruitzicht misschien kampioen te worden. En laten we wel zijn: Jan en Ben droomden er niet van het komend seizoen de strijd met de tegenstanders van Eric en Patrick te moeten aangaan.
Individuele uitslagen:
Zevenaar 4 1350 DSG 2 1462 3½ - 2½
Pieter Van der Poel 1561 - Jan 1524 0 – 1
Daan Wijnholts 1301 - Ben 1564 ½ - ½
Lambert Janssen-Steenberg 1402 - Emile 1464 0 - 1
Wiellie Evers 1398 - Albert 1402 1 – 0
Tonie Claessen 1228 - Fons 1355 1 – 0
Nico Döll 1213 - Frank 1 – 0
Eindstand:
Mp Bp
1. Zevenaar 11 23½
2. DSG 2 9 23½
3. De Toren Arnhem 11 j 9 22½
4. Theothorne 2 8 26½
5. ASV 11 8 18
6. Variant 2 j 5 20
7. Rheden 4 17½
8. Schaakstad 8 2 16½
Individuele resultaten:Ap Bp KNSB TPR W-We
1. Jan 5 3½ 1524 1674 + 1,1
2. Ben 7 2 1564 1150 - 3,4
3. Emile 7 5 1464 1517 + 0,6
4. Steffen 6 5 1456 1489 - 0,1
5. Joop 5 2 1378 1111 - 1,5
6. Albert 7 5 1402 1422 - 0,4
7. Fons 2 0 1355 994 - 0,7
8. Frank 2 1 1100
Naar wie de fles wijn voor de beste Osboprestatie moet gaan, is niet een twee duidelijk.
Jan leverde duidelijk de beste prestatie, Steffen haalde relatief gezien de meeste bordpunten.
Uitkomst biedt het aloude gezegde: Wie het zwaarst is, moet het zwaarst wegen.
Dat dat Steffen is, zal niemand betwijfelen.