Het aanbieden van remise blijkt in de praktijk iets te zijn waar veel schakers een potje van maken. Ook het omgaan met een remiseaanbod lijkt bij menig schaker slecht ontwikkeld te zijn. Zo bood ik in de laatste Osboronde rond de 60ste zet remise aan. Mijn tegenstander, Reinier Visser, eerste bordspeler van Zevenaar 3, een zeer vriendelijke jongeman, sloeg het aanbod af en zei nog even door te willen spelen.
27 Zetten later had ik nog een Koning en een Loper over, Reinier een Koning en een ver opgerukte pion. Na zet 88 van Visser kon ik die pion slaan wanneer ik maar wilde. Toch gaf Reinier nog steeds niet te kennen dat hij mijn remiseaanbod accepteerde. Pas toen ik een shagje begon te rollen en in plaats van de pion te slaan een Loperzet deed, bood hij remise aan.
Bij de omstanders riep dit de vraag op: hoe ga je eigenlijk met een remiseaanbod om? Hoe vaak mag je dat doen? Hoe lang blijft het geldig? Dat soort dingen dus.
We kwamen daar niet goed uit.. Daarom heb ik er maar eens ( met hulp van Huub Blom) een helder artikeltje over geschreven.
Je kunt het lezen als je eerst ‘diversen’ aanklikt en dan ‘van de leestafel'
of klik hier
Skyline
