We
hadden het graag anders gezien. Toen we vrijdagavond
terugkeerden uit Velp, had bij het begin van de brug de fanfare klaar moeten
staan om ons een feestelijke serenade te brengen. Aan de voet van de afrit was de
weg geblokkeerd door enthousiaste inwoners die zelfs uit Beinum waren
toegestroomd. Op een podium zou de burgemeester hebben moeten staan om op haar
charmante wijze onze namen te verhaspelen terwijl ze ons eretekenen op de borst
speldde. Ons!.. Het sieraad van Denkend Doesburg… Winnen met 8 – 0… Wat een
sportlui… Wat een voorbeeld voor de jeugd…
Kennelijk
was er iets misgegaan.
Het
begon bij Albert, met wie het later
nog goed kwam. In een Oerang Oetang kwam hij na vier of vijf zetten al een
Toren achter. Dit had zijn tegenstander zijn hele lange schaakleven nog niet
meegemaakt. Jaar in jaar uit had hij het valletje opgezet, niemand die erin trapte.
En nu, op de vrijdagavond van de negende november in het jaar onzes Heeren
2018, had ie er dan eindelijk succes mee! Vijf zetten gespeeld, een Toren voor!!
Glunderend en met het hoofd in de wolken speelde de gelukzalige verder. Dat ie
daardoor geen goed zicht op de stelling op het bord meer had, bleek wat later, toen Albert de
materiaalverhouding weer rechttrok. En met een klap landde de man weer op
aarde, toen hij zag dat Albert op drie manieren mat in één had.
Jan speelde
tegen een vriendelijke jongeman die weinig ondernemingslust vertoonde en dus geen zzp’er
moet worden. Wel was hij zeer behulpzaam: rokeerde niet, voerde de zet waarmee hij de schade kon beperken consequent
niet uit, opende de lijnen die Jan voor zijn aanval nodig had. Zo kwam ie na 17
zetten al mat te staan.
Robbie viel
aan op de stelling van een
tegenstander die bekwaam verdedigde en al verdedigend doortrapte tegenkansen
creëerde. Makkelijk viel het opgetrokken bolwerk niet te nemen en een
belangrijk probleem was voor Robbie het vinden van een antwoord op de vraag: zal
ik offeren of moet ik sluipend slopen? Hij koos voor het laatste en vrij snel
bleek dat terecht te zijn.
En zo stonden we na drie partijen met
3 – 0 voor.
Chiel en
zijn medemens hadden de boel stevig in elkaar geschoven. Weliswaar kon hij
(Chiel dus) de stelling op de Damevleugel openen, maar daarvoor werd niet
gekozen. In plaats daarvan werd er fors afgeruild. Toen de kruitdampen waren opgetrokken,
had zijn tegenstander een vrijpion die
tot c3 was opgerukt. Dat zou geen probleem zijn geweest, als de vijandelijke
Koning niet aan de wandel was gegaan en op zijn tocht niet op c2 terecht was
gekomen. Nu was dat wel een probleem.
Hoe
Patrick won is mij ontgaan, maar hij
won en zo was met nog drie partijen die
aan de gang waren de stand 4 – 1 in ons voordeel.
De
aanval van Fred had niet doorgezet,
de stelling zag er evenwichtig uit, niets aan de hand dus, ware het niet dat er
mat in één in de stelling zat en dat Fred dat over het hoofd zag of even was vergeten.
Ben had
lange tijd net zo’n gesloten stelling op het bord als Chiel had. Geduldig wachtte
hij op zijn kans om de a-lijn open te breken en toen dat moment kwam, aarzelde
hij geen moment. Met zwaar geschut nam hij de A-lijn in bezit, de winst leek nu
voor het grijpen, maar helaas, een wanhoopstegenaanval van zijn tegenstander
bracht Ben uit zijn evenwicht. In plaats van op zijn agressieve manier door te
gaan, deed hij een verdedigingszetje dat nogal ontnuchterend uitpakte.
4 – 3 inmiddels en zo werd het toch
nog spannend.
Hoewel,
spannend, zo spannend was het nou ook weer niet, want de enige partij die nog
aan de gang was, was die van Tony en die had weliswaar niet veel bedenktijd
meer, maar het eindspel waarin hij was terechtgekomen was tamelijk
overzichtelijk: Koning, Paard en een handvol pionnen tegen Koning, Loper en
eenzelfde aantal pionnen. Dat leek tenminste op remise af te stevenen. Maar dit
soort eindspelen is, ondanks de overzichtelijkheid, natuurlijk razend ingewikkeld. Een verkeerd
veld en je Paard is afgesneden, Koning naar rechts in plaats van naar links en
je zit in tempodwang, dat is best heftig als je nog maar een halve minuut op de
klok op hebt. Dan biedt die tien seconde bonus per zet ook geen soelaas. En zo
kon het gebeuren dat Tony twee keer niet de sterkste voorzetting vond en zo
eindigde de wedstrijd Velp 2 – DSG 1
in een gelijk spel : 4 – 4.
Na
de nederlaag in de vorige ronde is dit gelijk spel een hele vooruitgang, maar
het is niet iets om over naar huis te schrijven. Laat staan dat daarvoor ……. etc.
Dat
ging dus mis.