Verheugend was het feit dat Patrick weer van de partij was, want zie, dat maakte meteen het verschil: in plaats van, zoals de laatste wedstrijden gebruikelijk was, met 2½ - 3½ te verliezen, wonnen wij nu met deze cijfers. Dat ging zo.
Patrick
(1751) trof aan bord 1, vanwege een tactische opstelling van de tegenpartij, (1552)
en wist daar wel raad mee. Al in de opening won hij een paar tempo’s, wat later
een stuk en daarna al snel de partij.
Chiel (1477)
had aan bord 4 geen fijne avond. ‘Ik kwam nog wel redelijk uit de opening, maar
daarna bleek mijn tegenstander (1609) tactisch te sterk en kwam ik er niet
meert aan te pas. Hij kwam steeds beter te staan en haalde steeds meer
materiaal op.
Ook Jaap (1707) aan
bord 3 wist zich wel fijnere avonden te herinneren. Zijn 1.f4 werd door (1689) beantwoord met e5, waarna Jaap
meteen uit zijn repertoire was. Ook in het verdere verloop van de partij bleek
(1689) van wanten te weten en liet hij zien wat het risico is van een aanval
over beide flanken: dat je tegenstander door het centrum heen snijdt. Dat deed
ie zeer gewiekst en zo stonden we halverwege met 2 – 1 achter. Dat was niet de
bedoeling. Gelukkig bleken we aan bord 5 over een geheim wapen te beschikken,
nl.:
Albert (1398): Ik opende met e4 en mijn tegenstander (1573) reageerde met de Franse verdediging.Ik ging iets te snel naar voren op de damevleugel en kwam op mijn koningsvleugel erg gedrongen te staan met veel stukken op een klein stukje speelveld. Stockfisch gaf mijn tegenstander steeds een behoorlijke plus.Gelukkig miste hij enkele goede vervolgzetten en kon ik via een loperaanval op zijn stelling, waarop hij vreemd reageerde, een Loper slaan met mijn Dame.Dat was het keerpunt in de partij.Ik had belang bij het afruilen van stukken en hij ging daarin mee, zodat ik uiteindelijk met 2 pionnen méér het eindspel inging. Dat was te veel voor hem en toen er een matdreiging volgde, die hij niet meer kon opheffen zonder verlies van zijn Toren, gaf hij op.
Jan (1423): Mijn tegenstander (1528) opende met 1.Pf3. Normaal beantwoord ik dat met Pf6, maar omdat dat bij mij altijd tot vervelende friemelpartijen leidt, koos ik voor 1…, d5. Algauw bleek dit ook nergens toe te leiden: geen aanknopingspunten, geen plan, noch bij mij, noch bij mijn tegenstander. Omdat Frank desgevraagd aangaf dat ie zou gaan winnen, had ik aan remise voldoende voor onze overwinning.Dat werd het toen wij drie keer dezelfde stelling op het bord kregen.
Frank (2112)
bleek terecht achter bord 2 te zijn geplaatst, want daar kon hij het opnemen
tegen hun sterkste man: (1829). Vanuit een Siciliaan bouwde Frank in alle rust
een gedegen stelling op en voerde
geleidelijk de druk op. Dat leidde tot een eindspel waarin hij het zich
kon permitteren stuk winst te versmaden, omdat hij, ook weer in alle rust, de
twee pionnen kon opruimen die hem verhinderde met een vrijpion naar zijn
promotieveld door te lopen.