DSG2- Gendringen: 4 - 2
Als Steffen tijdens een schaakpartij zit te lachen en goed gehumeurd is, dan weet je het wel. Dat belooft niet veel goeds voor zijn tegenstander. Zo was het ook nu. Steffen was vrij snel klaar met hem.
“Jaja, u denkt misschien dat u met zo’n zet nog wat in te brengen hebt, meneer, maar u zult straks nog raar opkijken.” En dat deed meneer.
“F5 zit er niet in, maar geen nood, ik vind heus wel wat anders. Ik heb wel tegen sterkere tegenstanders remise gespeeld.”
“Dat ziet er wel gewonnen uit dus: “Hoe zal ik nu eens blunderen?” Gelukkig was zijn tegenstander hem welgezind en wou ook niet winnen. Een zeer fortuinlijke remise derhalve.
Ben heeft duidelijk een voorsprong in ontwikkeling: een open f-lijn, een zee van ruimte op de koningsvleugel. Maar hoe maak je daar gebruik van? Ben kwam daar niet uit en zijn tegenstander verdedigde zich taai. Weer een remise.
“Moet ik voor de winst gaan of kan ik met remise genoegen nemen? Wist ik maar wat Ben en Jan hebben gedaan!” Dat duurde even voor die uitslagen hem ter ore kwamen. Toen was de beslissing snel genomen. Nog een remise. En daarmee werd de eindstand 4 – 2 in ons voordeel.
“Moet ik voor de winst gaan of kan ik met remise genoegen nemen? Wist ik maar wat Ben en Jan hebben gedaan!” Dat duurde even voor die uitslagen hem ter ore kwamen. Toen was de beslissing snel genomen. Nog een remise. En daarmee werd de eindstand 4 – 2 in ons voordeel.
Na afloop werd er nog uitgebreid geanalyseerd.