Zevenaar 2 – DSG 1: 5 – 1
Doetinchem 4 – DSG 2: 3 – 1.
Dat ons eerste tegen Zevenaar 2 niet veel in te brengen zou hebben, lag in de lijn der verwachting, maar dat ons tweede dat vierde van Doetinchem niet zou kunnen verslaan, dat was een fikse tegenvaller. Chiel en Fred speelden remise, Steffen en Frank verloren. Bij de returnmatch moet dit toch even worden rechtgezet, lijkt me.
Hoewel de uitslag anders doet verwachten, was het toch niet zo dat onze mannen van het eerste van het bord werden geveegd.
Patrick
hield het tegen rating 1920 lang vol, maar zag geleidelijk aan steeds meer
stukken op zijn Koningsstelling gericht en moest uiteindelijk capituleren.
Henk
kwam tegen 1805 met drie pionnen minder in een door iedereen als straalverloren
beoordeeld eindspel terecht. De enige uitzondering was Henk zelf. Die wist op
miraculeuze wijze de pionnen terug te winnen en sleepte een remise uit het
vuur.
Paul
had tegen 1787 lange tijd het initiatief en de daarbij behorende dreigingen,
maar een klein foutje, verwisseling van zetten of inslaan met het verkeerde
stuk – ik weet het niet meer zo precies- werd hem noodlottig.
Eric
trof de geduchte Edzard Bosch van Rosenthal (1675) en kwam al snel onder druk
te staan. Maar Eric verdedigde zich bekwaam en wist zich onder de druk vandaan
te werken, waarna er een evenwichtige stelling op het kwam. Dat zagen beiden
ook in en zij namen daar genoegen mee. Remise dus. Goed werk, Eric. Jan
won tegen 1639 op zijn 24ste zet en in een gunstige stelling de
kwaliteit (Toren tegen Paard), maar liet twee zetten later een Paard instaan
omdat hij ten onrechte dacht een dodelijke combinatie te zien. Paard dus weg,
stelling naar de knoppen en al gauw een nul.
Joop
tenslotte had tegen 1626 tot halverwege
het middenspel een bevredigende stelling, maar een paar kleine
onnauwkeurigheden, een inschattingsfoutje, gaven 1626 goeie aanvalskansen
waarvan dankbaar en deskundig gebruik werd gemaakt.