Het begon al allerberoerdst. Om tien voor half acht kwam ik aan bij ons speellokaal en wilde de sleutel pakken waarmee de achterdeur kan worden geopend waardoor je toegang tot het gebouw krijgt. Maar die hing er niet!! Dat gebeurt overigens wel vaker, maar dan laat degene die hem heeft meegenomen de toegangsdeur open. Maar die was ook dicht!!! Daar stond ik dan, in de kou, in de regen, in de storm. Een paar keer ‘Sesam open u!’ geroepen, dat hielp niet. Beheerder gebeld, antwoordapparaat. ‘Ik bel je zo spoedig mogelijk terug’. Intussen wordt het 19.30 en de eerste twee Arnhemmers komen eraan. In goed onderling overleg besluiten we dat we maar wat moeten gaan roken. Dan druppelen ook de andere Arnhemmers binnen, onze eigen leden zijn er nu ook, zodat we met een man vijftien gezellig staan te kleumen en te blauwbekken (sport verbroedert), want we kunnen nog steeds niet naar binnen. Maar dan werpt Albert zich op tot deus ex machina. Hij weet dat er contactpersonen moeten zijn die een sleutel moeten hebben en neemt op zich er één te vinden. Hij stapt in zijn auto, rijdt naar de andere kant van Grotenhuys, vindt een contactpersoon die helaas onder de douche staat, maar zie, na een paar minuten verschijnt er een oude dame in badjas met natte haren maar met een sleutel en eindelijk konden we naar binnen. Vijf minuten later stonden de borden , de stukken en de klokken op tafel en konden we beginnen. Hoe bovenstaande uitslag tot stand kwam, lees je hier.